Therapie tegen troosteloosheid

De trap op, zegt het bord. Niemand doet het.

Op vakantie in Ierland lopen we door Galway, een kleurrijke universiteitsstad met een levendig muziekleven. In de drukke winkelstraat in het centrum zoek ik een meisje met zwart haar en blauwe ogen.

Deel dit blog

De Amerikaanse singer-songwriter Steve Earle kwam dit meisje tegen toen hij hier een tijdje verbleef en speelde met plaatselijke muzikanten. Hij maakte een lied over haar: the Galway Girl.

Ik zie nergens een meisje met zwart haar en blauwe ogen. Wel zie ik een gast, midden twintig, in een muffig grijs pak, die Candle in the wind van Elton John zingt. Zijn muziek komt uit een blikkerig speakertje. Hij doet zijn best het winkelend publiek voor zich te winnen. Niemand blijft stilstaan.
Tegenover hem staat een kerel die verveeld een reclamebord vasthoudt. Hij is ingehuurd door een zaakje dat telefoons repareert en voor een tientje simlockvrij maakt. De trap op, zegt het bord. Niemand doet het.

Daarnaast staat een zwerver. Hij zet een halve liter bier aan de lippen en stopt de fles in zijn binnenzak. Daarna inspecteert hij een peukstompje uit de vuilnisbak. Dat is zeiknat van de regen. Onverrichter zake gooit hij hem terug.

Het wordt tijd om aan deze troosteloosheid wat fleur te geven. Het wordt tijd voor het meisje met het zwarte haar en de blauwe ogen. Dan bedenk ik me dat ook Steve Earle niet veel troost heeft gevonden bij zijn Galway Girl. Ja, één nacht, maar daarna was ze vertrokken. Earle bleef achter met een ‘broken heart and a ticket home’.

De mandolien, de fiddle, de fluit, de bandoneon en de drums doen hun helende werk. De lach kwispelt de traan terug in zijn hok, voor troosteloosheid is geen plaats.

Steve Earle gooit zijn lied in een onweerstaanbaar vrolijke verpakking. Om zijn eigen troosteloosheid te verdrijven, snap ik nu.

Samen met de Ierse Sharon Shannon speelt Earle zijn melancholie op een traditioneel Ierse manier van zich af. De mandolien, de fiddle, de fluit, de bandoneon en de drums doen hun helende werk. De lach kwispelt de traan terug in zijn hok, voor troosteloosheid is geen plaats. Ik begin de melodie zachtjes te neuriën en stel me voor dat de zanger zijn eerste muntje krijgt, een klant de trap op loopt naar het telefoonzaakje en de zwerver een ongerept pakje sigaretten in de vuilnisbak vindt.

Ben Tekstschrijver

Deel dit blog

Reacties Geef een reactie

  1. Wat een mooi blog weer. Ik heb het gelezen, toen het lied gezien en beluisterd en je blog nog eens gelezen. Wat vang jij de sfeer van het lied mooi in jouw woorden. Onweerstaanbaar vrolijk, noem je het lied. Maar op een of andere manier weet (bijna alle?) vrolijke Ierse muziek door de vrolijkheid heen een tweede, diepere laag te laten klinken. Jouw melancholie herken ik daarin.

  2. Goeie keus om dit jaar eens naar Ierland te gaan. Je hebt je Galway Girl dan misschien niet gevonden, ik de mijne bijna veertig jaar geleden wel. Niet uit Galway maar Sixmilecross of all places, niettemin een volbloed Ierse die nog steeds bij me is en me nog steeds gelukkig maakt.

    Je omschrijft Ierland exact zoals het is, met een mooi, soms wat traag en ietwat melancholiek karakter. Je komt het overal tegen, in de kroegen, de kerken, in de mooie ballads, bij de grote schrijvers en vooral…. in de mensen.

    Dank je wel.

  3. Tijdens vakanties worden meestal hele andere foto’s gemaakt: bijzondere zonsondergangen, idyllische landschappen, mooie natuur met bloemen, vlinders, witte stranden met op de achtergrond de blauwe zee, prachtige ontworpen gebouwen, de kinderen, de kleinkinderen en ga zo maar door.

    Het aardige is dat jij iets lelijks hebt gefotografeerd en ook een scherp beeld geeft van het verval van de zwerver. De emotie die dit bij me oproept is veel sterker, dan die bij me wordt aangewakkerd bij het zien van alle eerder genoemd pracht.

    Het prikkelen van de fantasie wordt versterkt door de beschrijving van het meisje. Zwart suggereert kracht en energie, blauw staat voor onschuld.

    Thank You!

  4. Het spijt me voor je dat je de zwartharige en blauwogige (als dat tenminste een woord is) Ierse dame niet hebt mogen ontmoeten, zelfs niet voor die ene nacht. Hoewel dat hopelijk ook niet echt je bedoeling was.

    Je sfeerbeschrijving komt aardig overeen met onze ervaringen in het Noord-Oosten van Engeland. Ik hoorde vanochtend van de BBC weer-vrouw dat de meteorologische herfst vandaag is begonnen, hoewel we gisteren, tijdens de ‘August Bank Holiday’ de haard al weer moesten aansteken vanwege de snijdende koude. Dit alles doet mij onmiddellijk weer denken aan de titel van een Zweeds (naar het Nederlands vertaald) boek dat ik ooit gelezen heb: ‘Is het al zomer geweest?’.

    Onze oplossing is heel eenvoudig: we gaan gewoon weer terug verhuizen naar Nederland. Ik hoop tenminste dat daar de zomer nog wel bestaat.

  5. Wat een prachtig verhaal. Ik stuur je een avontuur van ons in Ierland. Het is telegramstijl en daar houd ik niet van. Maar anders wordt het veel te lang. Zie maar of je het plaatst.

    Ooit een fly drive naar Ierland gedaan, begin mei. Vlucht van Amsterdam naar Galway met in Dublin een overstap in een flying coffin. Per Ford Fiesta richting Connemara. Even wennen, stuur verkeerd en roundabout linksom. Een cottage besproken in Oughterard. Vast even zoeken, maar we kunnen pas een dag later terecht. Een romantisch, rietbedekt, witgepleisterd huisje van gestapelde stenen, right in the middle of nowhere, very secluded. Bijna kruipend door de deur en vooral niet te vroeg omhoog. Maar wat doen we vannacht? Bed and breakfast aan de zee? Op de kaart een wit weggetje zuidwaarts van Oughterard richting kust. En dan begint het avontuur.

    Een slingerweggetje, smaller dan de Veenwal, van minstens 30 km, tussen dreigende rotsblokken en uitgestrekt moeras, stromende regen, volstrekte duisternis, geen enkel verkeer, hier en daar een verloren schaap, nergens bewoning, hooguit een paar abandoned cottages. Onherbergzaam en troosteloos landschap. Komt hier ooit een eind aan?

    Eindelijk een kustdorp. Aanbellen midden in de nacht. Een vriendelijk dame opent en heet ons van harte welkom. We hebben een rustieke kamer en krijgen een hapje en een goed glas whiskey (en vergeet in Ierland vooral de e niet) van het huis.
    De volgende dag terug naar Oughterard, zelfde weg, stralende zon, wat een oogverblindend mooi landschap. Miss O’Hallaron heet ons hartelijk welkom in Gorsecottage, een mooie fles wijn bij de openhaard, een zelfgebakken cake op de keukentafel. Een week gehuurd, maar nog negen dagen voor de terugvlucht. Twee dagen cadeau, was toch niet verhuurd. Fantastische vakantie, louter zonneschijn en een overweldigende natuur. Miss O’Hallaron bij het afscheid: ’You were very lucky’. Dat waren we. En zeker ook met haar. Ierland had twee gezichten, maar de Ieren waren onbetaalbaar.

  6. Mooi beeld heb je geschetst, en een prachtig lied! Die blote drummer, bij wie ritmisch de zwarte paardenstaart alle kanten opzwiept…

    Herinner je je de Dubliners? Vaak zaten mijn vriendinnen en ik, als tieners, vergezeld van een fles Montilla of een pak rode Albert Heijn wijn (bocht natuurlijk) naar die band te luisteren. We werden er niet troosteloos van, wel melancholiek: onvervuld verlangen naar de grote romantische liefde. We wisten nog niet wat one-night-stands betekenden maar waren allemaal verliefd op jongens in hogere klassen, voor wie we zonder meer zouden zijn gevallen en die ons daarna geen blik waardig meer zouden hebben gekeurd.

  7. Ter aanvulling: zoals zo vaak lees ik voor het slapen gaan een tekst van A.L. Snijders. Dit keer uit de bundel Ruim Water de column Held. Daarin staat:

    Column Held-A.L. Snijders

    Snijders schreef deze column voor het Parool in 1987, dus ruim voordat Steve Earle met zijn tekstregel over het meisje met het zwarte haar en de blauwe ogen kwam. Ik dacht dat de Amerikaanse zanger een uniek exemplaar tegengekomen was, maar nu begrijp ik dat er in Ierland een gebied is waar meer meisjes met dit signalement rondlopen.
    Even later legt Snijders de herkomst uit van deze bijzondere combinatie:

    Column Held-A.L. Snijders (1987)

    De oorsprong van de meisjes met de zwarte haren en blauwe ogen lijkt dus terug te gaan naar 1588, toen drenkelingen van de Spaanse Armada aanspoelden in de baai van Galway en zich daar ‘in liefde verenigden’ met Keltische boerinnen. Het is dus niet geheel toeval dat Steve Earle juist in Galway een meisje tegenkomt met zwart haar en blauwe ogen.
    Ik heb er overigens niet een gezien toen ik daar rondliep. Of ik heb ze niet diep genoeg in de ogen gekeken…

  8. Ik heb je verhaal gelezen en het liedje op YouTube beluisterd. Dit zijn nu van die stukjes waarbij je halverwege niet afhaakt. Goed geschreven, ik liep ook opeens in die straat…

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *