Onbekende brunette en vervreemde eenling

bentekstschrijversms400‘He’

Meer vertelt het sms-bericht niet. Het profielfotootje dat Whats App meestuurt, laat een knappe jongedame zien, met lang bruin haar, van rond de twintig. Ik ken haar niet. Helaas.

Deel dit blog

Ik tik snel mijn antwoord in: Ik snap dit niet. Antwoord terug: Wat niet?
Veel tijd om over de brunette na te denken heb ik niet. Er is werk aan de winkel. Ik tik een sms naar meneer Van Vulpen. De tekst die ik hem had gestuurd was akkoord, maar er stond nog één vraag open: of zijn collega Dik van Dale ingenieur was en ir. voor zijn naam moest hebben. Titels liggen vaak gevoelig. Ik tik zijn mobiele nummer in en stuur hem het volgende bericht: Nog even over de gestuurde tekst: heeft de heer Van Dale ir. voor zijn naam staan?
Het antwoord laat niet lang op zich wachten:  

Ja hallo, fijn dat u mijn tekstbericht vervaardigd hebt. Ik heb Dirk erover gesproken en hij wil meewerken als hij het ziet. Is dit weer een hoogstandje in de levensmaatschappij, want dan ben ik niet aanwezig op de meeting.
Hoogachtend,
vervreemde eenling

Niet begrijpend kijk ik naar mijn schermpje. Van Vulpen was aan de telefoon een hele normale kerel. Een vervreemde eenling? Ik sms terug: Dit begrijp ik niet. Je vertelde me dat de tekst akkoord is, maar er staat nog een vraag open. Heeft je collega ir. voor zijn naam? Of moet ik hem helemaal schrappen? Een paar seconden later kondigt mijn telefoon bliepend een nieuw berichtje aan. De brunette meldt zich weer: ??? Wie ben jij?

Ik vertel haar van het he-bericht en vraag me af of ze soms een virus heeft.
Ze antwoordt: Ik heb echt geen virus gestuurd. Alleen he.

De misverstanden stapelen zich nu in snel tempo op. De vervreemde eenling doet ook nog een duit in het zakje: Nee, zoals Huibert en ik daar vanochtend over speculeerden, is dit niet het geval. Het geval wil liever niet in de spotlight geprezen worden, want dat is festijniswaardig gezegd. Dus daarom is Dik eigenaardig snel verdwenen en uit de lijst gedrapeerd.

Festijniswaardig? Speelt het T9-woordkeuzesysteem hem parten of is hij volslagen maf? Of hebben we hier in navolging van Simon Carmiggelt een nieuw gevalletje van ‘epibreren’? Een ambtenaar zond de Amsterdamse kronkelschrijver ooit weg omdat het stuk waarop hij wachtte nog geëpibreerd moest worden. Het woord bestond niet, maar het klonk voornaam en mensen slikten het voor zoete koek.

Dan prijzen we je in de spotlight en maken we van jou een hoogstandje in de levensmaatschappij.

De brunette ziet intussen geen reden om het prille contact met mij te verdiepen. Ze stuurt een laatste bericht: Laat maar, verkeerd nummer. Ineens begrijp ik wat is misgegaan met Van Vulpen. Ik heb een cijfertje verkeerd ingetoetst. Mijn bericht belandde bij de vervreemde eenling, die in de geest van absurdisten als Kamagurka, Gummbah en Kakhiel zijn onzinverhaal terugstuurde. Dat had ik zelf bij die brunette ook kunnen doen, bedenk ik me. Op haar eerste bericht ‘he’ had ik kunnen antwoorden:

He, nu je het zegt, ik heb er met Huibert over gespeculeerd. Als je wilt meewerken nodigen we je uit op onze meeting en draperen we je op onze lijst. Dan prijzen we je in de spotlight en maken we van jou een hoogstandje in de levensmaatschappij.

Misschien was het dan nog wat geworden tussen mij en de brunette.

Ben Tekstschrijver
30 oktober 2012

Deel dit blog

Reacties Geef een reactie

  1. Heerlijk herkenbare column, heb me zelf ook weleens vergist per sms. Vooral de autocorrectie-functie is berucht 🙂

  2. Vervreemde eenling?

    Als mens ben en blijf je natuurlijk dat: een eenling. Wél een eenling die vaak de illusie heeft dat hij of zij – samen met andere eenlingen – onze levens en wereld enigszins begrijpbaar kan maken. Zolang je maar blijft communiceren…

    Maar ik kan me voorstellen dat dit soort bevreemdende berichten vervreemdend kunnen werken. Je denkt dan al gauw: wie is hier nu gek?

    Carmiggelt was er een meester in dit soort verwarring te zaaien. Ikzelf communiceer vaak heel krom in mijn dromen. Laatst werd ik wakker met de volgende zin nog op mijn lippen (heb hem snel opgeschreven voor hij vervloog): ‘Deze soep is elders bezorgd.’
    Daar kon ik natuurlijk geen chocola van maken, hoe komt een mens er op?

    Over Carmiggelt en dromen gesproken. Hij droomde nacht in nacht uit dat hij de sleutel tot dé grote wereldhervorming had gevonden. Niemand was er nog opgekomen en het was zó simpel. Helaas vergat hij de ultieme oplossing weer zodra hij wakker werd. Op een goede nacht legde hij een notitieblokje en een pen op zijn nachtkastje. Deze keer zou het hem lukken!

    En ja hoor, hij redde ’s nachts de wereld weer en had gelukkig de tegenwoordigheid van geest om het op te schrijven, waarna hij weer snel opgelucht insliep.
    De volgende ochtend werd hij met een gevoel wakker alsof hij jarig was. Meteen realiseerde hij zich dat hij de afgelopen nacht niet alleen het ei van Columbus opnieuw had uitgevonden, maar ook dat hij er werk van ging maken. Nu.

    Vol verwachting greep hij naar zijn notitieblokje. Met kloppend hart las hij de volgende zin: ‘Eekhoorntje op lange weg.’

  3. Wat een fijn benblog momentje weer! Geweldig, die totale verwarring tussen druk dirk druk en toch ook het elkaar helemaal verstaan….
    Om blij van te worden:)

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *