Kruispunt

Net als Martin Bril schrijven over een kruispunt

Over elk kruispunt zou columnist en schrijver Martin Bril een ‘stukkie’ willen schrijven. Over elk kruispunt? Ook over de kruising Anjerlaan/Zonnebloemlaan in Hoevelaken, vlakbij mijn huis? Hier gebeurt nooit wat. Ik neem de proef op de som en ga met pen en papier bij dit kruispunt op een stoeltje zitten.

Deel dit blog

Een man laat zijn hond uit. Tien minuten later brengt een moeder haar dochter naar school. Dat is het, dat zijn de wapenfeiten. Hier zal ik het mee moeten doen. De kruislings gelegde straatstenen, de grijze stoeptegels, het zijn geen hemelbestormende zaken waar ik als schrijver veel mee kan.

Ik sta op het punt het experiment als mislukt te beschouwen als aan het einde van de straat een vrouw de hoek om komt. Haar lange ranke benen zitten verpakt in een strakke leren broek. Zelfs uit de verte zie ik dat haar T-shirt gevaarlijk laag is uitgesneden. Onder een zwarte vilten hoed wapperen blonde haren op het ritme van haar tred. Ze loopt op haar hoge hakken, zoals zangeres Melody Gardot over het podium loopt. Gracieus. Verleidelijk. Of de Anjerlaan een catwalk is. Zoveel is duidelijk, zij komt van een andere planeet, zij hoort hier niet.
Nu ze dichterbij komt, zie ik achter haar rug een gitaarkoffer. Vlak voor me houdt ze stil, midden op het kruispunt. Ze opent haar koffer, hangt haar instrument om, kijkt me aan en tokkelt een D-akkoord. Ze zet over naar een G-akkoord.

We can be heroes, just for one day, fluistert haar stem over de akkoorden heen. Ik bevries, versteen op mijn stoeltje. Wie is dit? En hoe weet ze dat dit nummer van Bowie mijn favoriet is? Ik voel me langzaam opstijgen, gedragen door een roze wolk. Dit moment moet eeuwig duren, dit moment tussen mij en mijn muze. Laat deze godin van de schone kunsten nooit meer weggaan…

Op dat moment klinkt vanachter een schutting het oorverdovende lawaai van een draagbare bladblazer. Een buurjongen start zijn scooter en brengt hem knetterend in beweging. Een klusjesman zet zijn schuurmachine op zijn kozijn. Zijn radio staat afgestemd op 100% NL. Snelle rapt dat hij er niks mee te maken heeft als vandaag de wereld vergaat.
‘Sorry hoor, maar zo kan ik mijn werk niet doen,’ zegt de engel voor me. Korzelig legt ze haar gitaar weer in de koffer. Ik voel dat de roze wolk me niet meer draagt, ik kletter terug op de stoep. Een vlammende pijn schiet door mijn stuit. Oh nee, denk ik, dat wordt de spoedeisende hulp.

Mijn Melody Gardot is in geen velden of wegen meer te zien. Het kruispunt ziet eruit als altijd. Leeg.

Ik kijk om me heen. Mijn Melody Gardot is in geen velden of wegen meer te zien. Het kruispunt ziet eruit als altijd. Leeg. Alleen een man laat zijn hond uit. Een moeder brengt haar dochter naar school. Meer niet. Hoe lang zit ik hier al? Een blog schrijven over dit kruispunt? Nee, dat gaat me niet lukken. Ik zal moeten wachten tot een nieuwe Martin Bril opstaat.

Ben Tekstschrijver

Volgens Martin Bril is overal een verhaal van te maken. Ik daag je uit. Kun jij een verhaal schrijven ‘over niks’. Gewoon vertellen wat je van dit blog vindt, mag natuurlijk ook. Ben Benieuwd.

Deel dit blog

Reacties Geef een reactie

  1. Mooi Ben. Dat doet me denken aan een patiënt bij ons in het ziekenhuis die er al maanden lag. binnengekomen in de winter, vertrokken in juni. Ze kon vanuit haar bed alleen maar een stukje gebouw zien en de boomtoppen die net boven haar raam uitkwamen. Saai zou je zeggen. Ze wist echter voortdurend nieuwe observaties toe te voegen aan haar verhaal. Zo beschreef ze hoe de blaadjes van de kale takken langzaam groen begonnen uit te lopen en wist vrijwel zeker dat telkens dezelfde groepjes vogels op de takken gingen zitten. Ze ontdekte ook dat verschillende vogels zich net wat anders gedroegen wat weer voedsel was voor een filosofische bespiegeling over dieren als individuen. Prachtig geestelijke slow food.
    Of een patiënt die de kamer waarin hij lag grondig bestudeerde van de kleur en de vlekken op de linoleumvloer tot de grijzige wand voor hem vol butsen, gaten en uitstekende schroefjes. Hij dacht na over hoe de kamer eigenlijk patiëntvriendelijker zou kunnen met kleuren, vormen, geluiden en zelfs geuren. Ik vind dat vaak buitengewoon boeiende gesprekken.

    1. Leuk ook dat je blog bij Aanlegplaats terecht is gekomen. Ben even wezen kijken. Ook weer een mooie verzameling trouwens. Nagelknagertje 🙂

      1. Hi Rob,
        In de beperking toont zich de meester. Het is pure levenskunst: nog steeds het mooie in het leven zien als je alleen nog maar een ziekenhuisraam hebt om vanuit je bed doorheen te kijken. Troostvol. Dat dit blijkbaar toch in het menselijk vermogen ligt. En mooi als je daar deelgenoot van mag zijn.

        En ja, ik ben best wel trots dat ik toegevoegd ben aan het platform Aanlegplaats (https://aanlegplaats.blog/de-haven). Ik sta daar tussen een aantal mensen die goed met de pen overweg kunnen.

  2. Misschien was ze wel een droom…. En je weet: dromen die niet uitkomen, dromen die onderbroken worden en dromen die je je maar vaag weet te herinneren zijn altijd de mooiste. Want dromen die uitkomen zijn helaas geen dromen meer maar werkelijkheid. En we weten allemaal hoe snel die wennen en inslijten.

    1. Sonja Smeekes hieronder is onder de indruk van jouw reactie. Ik ook. Sonja zegt: die uitspraak van Ad mag van mij op een tegeltje. Mag van mij ook. Al is zo’n tegel misschien ook te veel ‘harde werkelijkheid’. Misschien moeten we dat indachtig jouw uitspraak juist niet doen.

  3. Wat een mooie, Ben. Zit gelijk te denken waarom raakt ie me. Misschien omdat ik zelf soms overdag of avonds op mijn eigen stoep plaatsneem, maar meer: ik zie het voor me denk ik, die vrouw en dat vallen. Heerlijk. Oh, en muziek. Christiane F gezien op de middelbare school in het kader van ‘maatschappijleer’, het lied heeft mijn hoofd nooit meer verlaten.

    1. Dankjewel Erik,
      Mooi dat deze tekst je raakt. Waarom? Je zegt zelf: je ziet het voor je. Misschien hebben woorden van ‘verbeelding’ een herkenbaar ‘beeld’ gemaakt? Dat is wat woorden kunnen doen. Daarom is schrijven zo leuk.

  4. Is het mogelijk om over niks te schrijven en de tekst toch aantrekkelijk te maken om te lezen? Ja, ik kan het niet, maar topschrijvers wel. Het eerste wat me te binnen schiet is ‘’Uit Talloos Veel Miljoenen’’ van Willem Frederik Hermans. De titel en het thema is ontleend aan een citaat van Winkler Prins: ‘’Niets wordt er, niets, uit talloos veel miljoenen’’. En dat geldt zeker voor de hoofdpersoon, een socioloog die professor wil worden, maar nog niet eens een artikel op papier krijgt. Hij probeert het wel (Hermans schetst het beeld van een kamer voor papierproppen die uit de typemachine zijn gerukt). Veel getyp, maar het leidt tot niks.

    1. Jouw opmerking over topschrijvers onderschrijf ik ten volle: zij vullen de leegte en saaiheid die het leven soms ook is, moeiteloos aan met hun verbeelding.
      Willem Frederik Hermans behoort met Gerard Reve en Harry Mulisch tot de Grote Drie van de na-oorlogse Nederlandse literatuur. Een topschrijver dus. Zijn Uit Talloos Veel Miljoenen ken ik niet.

      Naar aanleiding van jouw reactie heb ik dit boek even nagetrokken. Het thema bevalt me zeer. Het behandelt het ‘menselijk tekort’, altijd leuk om te lezen 😉.

      Je hebt me overtuigd: het boek Uit Talloos Veel Miljoenen van Willem Frederik Hermans is in bestelling.

  5. Ik ben ook geraakt, weet niet waarom, misschien wel wat Ad van Veen in een reactie hierboven schrijft, mag ook wel op een tegeltje.
    Wat schrijf je toch fantastisch, zo helder, zo lichtjes maar toch zo treffend. Wanneer begin je aan een boek?

    1. Sonja,
      Helder, lichtjes, treffend, wat een bijzonder compliment. Dankjewel.

      En ja, dat boek… Ergens in mijn achterhoofd broeit wel een droompje om een keer een selectie van mijn blogs in boek (in eigen beheer) uit te geven. Alleen als ik Ad begrijp moet je daarmee oppassen. Een droom moet een droom blijven, want een droom die werkelijkheid is geworden ‘went snel en slijt in’…
      Dus ja, wie gaat er winnen? Jij of Ad?

  6. Op dat kruispunt ligt mijn jeugd. Komen wonen in 1 van die vele uit de grond gestampte huizen toen ik net 3 was.
    Op dat kruispunt liggen mijn eerste voetstappen naar school met mijn moeder en de eerste alleen toen ik ontsnapte aan juffrouw van ’t Heerdt want het kon toch niet de bedoeling zijn dat ik daar de hele dag moest blijven.
    Op dat kruispunt schaatsten we op straat in die eindeloos durende koude winters die achteraf gezien maar een dag of 10 duurden.
    Op dat kruispunt maakten we ruzie, speelden we, schoten we pijltjes gemaakt van bladzijden uit de NCRV gids.
    Op dat kruispunt probeerde ik een glimp op te vangen van die ene jongen.
    Op dat kruispunt belde ik na veel geaarzel mijn vader wakker, omdat ik de eerste keer dat ik de sleutel meekreeg niet alleen die sleutel kwijtraakte maar ook een uur te laat thuiskwam. Vriendje was hem toen al gesmeerd want hij vreesde de toorn. De held.
    Op dat kruispunt stond onze trouwauto. Met daarin niet de glimpjongen, maar de held. Nu 31 jaar geleden.

    Op dat kruispunt!

    1. Beste Nita,

      Jij hebt van dit kruispunt een gedicht gemaakt. Een gedicht vol persoonlijke verhalen. En ik me maar afvragen of over dit kruispunt wel een verhaal te schrijven was. Een verhaal? Jij zou er een boek over kunnen schrijven…

      Bedankt voor je prachtige aanvulling.

  7. Wat een vondst Ben, een verhaal over een leeg kruispunt. Meestal spreek je de waarheid, maar een sprookje past jou ook wel. ‘Was ist Dichtung und was ist Wahrheit?’ Jouw verhalen roepen bij mij altijd herinneringen op, ook al snap ik de associatie zelf soms nauwelijks.

    Als broekie van amper 21 jaar kreeg ik mijn eerste baan als onderwijzer aan een rustiek Drents dorpsschooltje. Vanuit mijn dorp aan de Lek in Zuid-Holland was het per trein toen welhaast een wereldreis. Ik ging daar op zoek naar een kosthuis, want van koken e.d. had ik geen verstand. Het schoolbestuur gaf mij twee degelijke adressen op. Het eerste was een klein en verwaarloosd boerderijtje, dat bestierd werd door een onverstaanbare weduwe op leeftijd. De kamer lag aan de achterkant van het huis met uitzicht op anderhalve meter onkruid en een blinde, met mos begroeide roodbakstenen schuurmuur. Dit overleef ik nog geen week was mijn eerste reactie, dus op naar het tweede adres.

    Dit was een winkeltje in korsetten en bh’s, ook niet direct een spetterend oord om te vertoeven. Maar de kamer lag boven de winkel met uitzicht op de Drentse Hoofdvaart, waar de schippers hun vrachtjes naar de aardappelmeelfabriek voeren. Mijn keuze was snel gemaakt, maar ik had gewaarschuwd moeten zijn. Op de tafel van de gastvrouw lag een cursusboek: ‘Café en aanverwant’. En nog geen half jaar later werd de textielzaak omgebouwd tot het plaatselijk dorpscafé. Dat lijkt een hele verbetering, maar vergis je niet. Als ja avond aan avond moet luisteren naar het jankerige ‘Lea’ van de Cats, terwijl je probeert de Duitse grammatica onder de knie te krijgen, dan valt er weinig te lachen. Dan kon ik maar beter beneden aan of zelfs achter de bar aanschuiven, waar ik een welgeziene gast werd. Het gevolg was dan weer wel, dat ik menig ochtend met een knots van een kater mijn brave Drentse kindertjes moest onderrichten. Kortom, in mijn geval was het huwelijk een bevrijding en wat voelde ik me gelukkig in ons kleine huurhuisje aan de bosrand.

    1. Haha, ik snap de associatie van een leeg kruispunt in een rustig wijkje in Hoevelaken naar een winkeltje in korsetten en bh’s in een Drents dorpje ook niet direct, maar dat zijn – zullen we maar zeggen – de ondoorgrondelijke wegen van de geest.

      Avond aan avond Lea van The Cats – overigens een van mijn quilty pleasures 😉 – uit de jukebox, terwijl je probeert de Duitse grammatica onder de knie te krijgen. Tja, dan kun je maar beter pal naast de jukebox gaan zitten, aan de bar. Piet Veerman bezingt Lia, een Catsfan die het leven laat door een auto-ongeluk. Zie: https://youtu.be/JMrhXC9q0oo. Dat verklaart wel het ‘jankerige’.

      Zat toevallig Du van Peter Maffay ook in de jukebox? Een plaatje dat je mogelijk weer wat dichter bij de Duitse grammatica had kunnen brengen. En dan de avond besluiten met Gute Nacht Freunde van Reinhard Mey. Een laatste sigaret, een laatste glas, en daarna als de donder naar boven om je les voor de volgende dag voorbereiden…

      1. Lea was in die tijd, de late zestiger jaren van de vorige eeuw, absoluut een hit. Maar elke avond dezelfde en steeds herhaalde deun gaat echt vervelen. Nog erger was de mij onbekende zanger met het verheven lied: ‘Zes geiten in mijn huis’. Dat niveau.

        Van Reinhard Mey was ik zeker een fan maar die kwam iets later. Menig cassettebandje en LP van hem heb ik grijsgedraaid. Nu nog heb ik een hele serie van zijn liedjes op CD. Een mooie stem en romantische teksten, ik houd er wel van.

  8. Jeetje… kruispunt Anjerlaan Zonnebloemlaan…. dat was bruisend rond de jaren 80/90.!!!!

    Wat staan daar veel voetstappen. Wat een geweldige buurt! Zelf sjeesde ik daar op m’n driewieler en niet te vergeten rode skelter met 2 wielen voor geregeld door de straten. Was zelf erg behendig in dat fietsen maar uitkijken moest je er wel.
    Stoepranden, oh geweldig leuk. Maar niet op ‘t plekje waar jouw stoeltje nu staat, want ja…. als de bal daar in de tuin kwam werd ie kapot gesneden.
    Maar deze grote man maakte wel de heerlijkste gehaktballen, dus stoepranden deden we op een andere plek!

    Bocht waar je naar kijkt, daar was de stoeprand van perfecte hoogte voor onze lolo-bal. Het plekje waar iedereen erop het onder de knie te krijgen!

    Ook heb ik hier in deze bocht geregeld een paard zien staan…die nam m’n buurmeisje mee bij Kees pier vandaan….

    En niet te vergeten het vele verstoppertje spelen en dan deze eerste lantaarnpaal als buutplaats…!!

    Wat nou weinig over zo’n kruispunt…????
    Als ik ervoor ga zitten komen er zeker nog meer verhalen bij 😉

    1. Een kruispunt, hoe leeg en hoe saai ook op het oog, rakelt bij jou toch veel herinneringen op. Stoepranden, crossen met je skelter, de lantaarnpaal als buutplaats. Maar ik ben het met je eens hoor, het is een geweldig buurtje om te wonen, voor ons nu, maar zeker ook voor kinderen. Niet voor niets dat ik hier al meer dan dertig jaar woon.

  9. Fijn, jouw ode aan Martin Bril. Geen dorp bleef onbesproken, geen visboer onbezocht…fantastische schrijver!

    Of kruispunt Anjerlaan – Zonnebloemlaan hem direct inspiratie gaf om de pen ter hand te nemen weet ik niet. Nita en Lydia kunnen dat veel beter, zij hebben het kruispunt zo mooi beschreven…(daar kun jij op je klapstoeltje met Melody Gardot natuurlijk niet aan tippen😉)

    Dat jouw blog in ‘Aanlegplaats’ staat is een groot compliment en van harte!

    1. Wat leuk dat je mijn blog een ode aan Martin Bril noemt. Dit sneeuwt een beetje onder in de reacties, maar dit is wel zeker een van de ‘laagjes’ van mijn blog. Het is een ode aan Martin Bril, die met het grootste gemak de mooie stukjes schreef over de gewoonste dagelijkse dingen. Hij observeerde als een arend. Jaloersmakend.

  10. Een saai kruispunt vanaf jouw stoeltje?
    Ik vermoed dat in een, of meerdere, van de huizen met zicht op het kruispunt vast buurtgenoten wonen die een ander idee van jouw actie op je stoeltje zouden kunnen hebben. Allerminst saai, want waarom zou die man op dat stoeltje daar zitten…
    Filosofeer er maar op los. Allerminst saai!

    1. Het zou best kunnen dat we met onze ‘fotoschoot’ voor de nodige reuring hebben gezorgd hebben op dit kruispunt. Gelukkig was het rustig. Er kwam een fietser langs. Een bekende. Dat wel. Het is tenslotte een dorp. Het stoplicht springt op rood, het stoplicht springt op groen, in Hoevelaken is altijd wat te doen… (vrij naar Herman Finkers).

  11. Geweldig weer Ben, niets te schrijven over jullie kruispunt en ondertussen weer bij mij en andere lezers van alles “losmaken”. En of het nu op een tegeltje moet of niet, het zijn mooie uitspraken en soms is het heerlijk om te (dag)dromen.

    En wat ontzettend leuk dat je mooie, leuke en soms diepzinnige blogs zijn opgepikt door het platform en je daardoor terecht gewaardeerd wordt voor je literaire talent. Ik hoop, en met mij zeker al je volgers, dat wij nog lang kunnen genieten van je blogs.

    1. Wat een aardige reactie. Geeft extra zuurstof aan mijn motivatie om blogs te blijven schrijven. Dankjewel.

  12. Ben, blijkbaar heeft dit onzalige kruispunt je wel in contact gebracht met jouw muze. (Al is de combinatie muze – kruispunt bijzonder). Dat zou ik niet willen omschrijven als niks. Je zou het zelfs een belangrijke gebeurtenis mogen noemen. Een signaal met betrekking tot jouw drijfveren en het uitvoeren daarvan. We can be heroes !

    1. Haha, in de verbeelding is alles mogelijk en niets bijzonder. Dan kun je zelfs op een leeg kruispunt je muze tegenkomen…

  13. Carmiggelliaans zou ik zeggen, deze kleurrijke mijmeringen voor kleurenblinden (zoals ik) op een niet-kleurrijke kruising. Ga door.

    1. Toen ik mijn ‘lezerscarrière’ begon – laten we zeggen na de ‘verplichte’ literatuurlijst op de middelbare school – waren voor mij de Grote Drie: Simon Carmiggelt, Godfried Bomans en Bob den Uijl. Bij elke rommelmarkt zocht ik als eerste de boekenkraam op en struinde ik de kaften af naar deze schrijvers. Dus dat je mijn blog ‘Carmiggeliaans’ noemt, beschouw ik als een compliment. Dankjewel.

    1. Haha, jammer dat de Stoutenburgerlaan niet ‘kruist’ met de Oosterdorpsstraat. Hadden we nog een kruispunt om over te schrijven.

  14. Noem dat maar niks gebeuren, Ben. Zomaar getransporteerd worden in een mooiere werkelijkheid. Daar een split second van mogen genieten en dan weer met een klap in het saaie platte heden. Maar joh, je hebt even mogen genieten van een prachtige vrouw die een zinderend lied zong.
    Bij mij is het -als ik aan het ‘dagdromen’ ben- een mooie man. Met zo’n bouquetreeks kaak en krachtige trekken (de engelsen noemen het chiseled features). Zijn stem is sonoor, zijn ogen diepbruin, zijn blik broeiend en hij heeft alleen maar oog voor mij. Als hij onverhoopt zingt is het een song van Johnny Cash
    Ach ja, droom maar lekker verder op je één en zeventigste!
    En dat kruispunt? Misschien een symbool voor alle wegen die je in je leven had kunnen inslaan?
    Ik hoop overigens dat jouw creatieve weg, gebundeld en wel, het leven gaat zien!

    1. Een bouquetreekskaak, krachtige trekken, sonore stem, diepbruine ogen, broeiende blik, is dat niet Johnny Cash zelf?
      De man in black, je droomman.

      Ik weet het zeker: vanuit de hemel heeft hij alleen oog voor jou!

  15. Ik ben daar (in jouw woning ) geboren. Dus op dat kruispunt staan heel wat van mijn voetstappen en bandensporen van mijn skelter. Al is het al wel 55 jaar geleden.

    1. Ik zal de volgende keer als ik mijn hondje Vito uitlaat eens kijken of ik de bandensporen van je skelter nog zie op het kruispunt.

  16. Mooi verhaal Ben.

    Maar ben je eigenlijk niet gewoon op zoek naar het kruispunt van Robert Johnson? Gister hadden we het er nog over, en schalde Johnson nog uit de speakers bij jou thuis. Is het kruispunt niet gewoon een metafoor voor vele levensvragen? Welke richting moet ik op; prive en/of qua werk? Maar weer eens over hebben bij een volgende muziekmiddag, overgoten met goede drank.

    Ik denk aleen dat het kruispunt daar ergens in Mississippi wat mystieker aandoet dan die vlak bij jouw huis. Althans dat hoop ik. Wij waren ooit in de buurt van het meer in Devon, waarin volgens de overlevering het beroemde zwaard “Excalibur” van Koning Arthur was gegooid, en in de mist door de Lady of the Lake was opgevangen en naar de diepte gesleurd. Wij daar uiteraard heen gelopen. Bleek uiteindelijk een meertje in een gewoon een weiland met Fries stamboek vee achter prikkeldraad, dat ons herkauwend stond aan te gapen. Weg mystieke ervaring.

    1. Hier ‘kruisen’ op een mooie manier een aantal zaken. Je refereert aan Robert Johnson, de getalenteerde bluesgitarist die op 27-jarige leeftijd overleed.

      Mijn blog gaat over een kruispunt. De overlevering vertelt dat Robert Johnson op 19-jarige leeftijd ook op een kruispunt de duivel tegenkomt en een deal met hem sluit. Hij kan ineens gitaar spelen als de beste, maar zal met dat talent niet langer dan 8 jaar leven.

      Ik ben op kruispunt Anjerlaan/Zonnebloemlaan niet de duivel tegengekomen, maar mijn muze. Wel iets anders. Of kan de duivel zich ook vermommen in een bloedmooie femme fatale?

  17. Nou Ben, het is je toch aardig gelukt om een verhaal over een kruispunt te schrijven.
    Maar ik zou je willen uitnodigen om bij mij op de rotende te komen zitten, dan kun je volgens mij wel een boek schrijven. Ik vond hem weer top.

    1. O ja? Wat gebeurt er dan allemaal op die rotonde bij jou in de buurt? Rijen de Spakenburgers tegen de rijrichting in omdat ze zelf wel uitmaken hoe ze rijen? Is het een Walhalla voor ramptoeristen? Trakteer jij jezelf en je medepassagiers op de rotonde zo nu en dan op ‘een rondje van de zaak’?

      Je maakt me wel nieuwsgierig.

    1. Haha, ineens gebeurde er wat op dat kruispunt. Een heuse fotoshoot…😉

      Ik heb overigens mijn eerste video in opdracht opgeleverd. Voor een gezondheidscentrum. Is leuk geworden. Dankzij jouw training!

  18. Beste Ben,

    Alles begint met een punt. In dit geval de plaats waar jij je stoel hebt geplaatst. Je beschrijft wat je ziet en wacht tot er een associatie is. Dat doen woorden; ze roepen gedachten op. Daar schrijf je dan weer over verder. Je doet het hier met bedrevenheid en – wat heel knap is – je daagt de lezer uit om zelf aan de slag te gaan.

    Ik vroeg me bij je eerste zinnen af wat ik zou kunnen schrijven over dit kruispunt. Het leek me dat ik me vanalles af zou kunnen vragen. Toen ik de zinnen las: I wish I could swim like the dolphin, dacht ik aan een schilderij van Hana Beringen waar dolfijnen spelen met een rood emmertje.
    Het schilderij is aan mij opgedragen omdat ik ooit zei: schilder je er een rood emmertje bij voor mij?

    Niks wordt dus altijd iets. Dat is zo mooi aan dromen: ze verschijnen en ontwaak je uit een droom dan ben je als een ontdekkingsreiziger die terugkeert van een reis in een vreemd land. De laatste zin heb ik geleend uit een boek: ‘Het droomjuweel’.
    Het gaat erom dat je met verwondering naar je dromen leert kijken en leert zien dat ze lijken op kunstwerken. Er is altijd weer een laag achter een laag, een universum aan mogelijkheden.

    Een tekst heeft een werking en schrijf je over niks dan ben je een heler die in het duister kijkt en daar een lichtje ziet. Je beschrijft hoe het pad zich voor je ontvouwt en de lezer loopt achter je en verwondert zich over wat woorden teweeg kunnen brengen.
    Dat is niet niks.

    Ik geef schrijfles, onder andere bij Nieuwe Veste en als je het goed vindt ga ik je van je stukje een schrijfoefening maken.

    1. Het begint met een punt, zeg je. Het eindigt ook met een punt. Daartussen woorden die verwondering op kunnen roepen over wat ze teweegbrengen.

      Waar ik me over verwonder in jouw reactie is dat vooral de dolfijn uit mijn favoriete Bowie-nummer (Heroes) bij jou associaties oproept. Ineens zwem je in gedachten naar een schilderij met dolfijnen met een rood emmertje. Jouw rode emmertje…

      Mooi hoe woorden de potentie in zich hebben met je aan de haal te gaan. Dat is inderdaad niet niks.

      En mijn blog onderdeel van jouw schrijfoefening. Ook niet niks.

  19. Dagdromen
    Hoe heerlijk is het om de saaie realiteit te verlaten. Als tiener deed ik niets anders. Fantasiewerelden met nieuwe liefdes. Niets ging mis, alles was goed. Liggend op mijn bed, luisterend naar muziek.

    De dromer in mezelf is vaker terug. Want het is geen dagdromen, maar creativiteit laten stromen. Dat klinkt goed he?

    Monique Smit vroeg mij en de andere schrijvers in haar schrijfklas een reactie te geven op jouw Kruispunt. Ik denk dat ik zo even ga liggen dromen.

    1. Van liefde dromen is soms heerlijker dan ze te bedrijven, zei Vlaams schrijver Georges Guilbert al.

      En dromen gedijen goed bij stilte. In de Python van de Efteling voelt het leven misschien wel als een sprookje, maar ik verwacht dat de dromen wegblijven.

      Dan heb je op het stille kruispunt vlak bij mijn huis meer kans. Of op je bed, met een muziekje op.

      1. De cursisten van Nieuwe Veste waar ik schrijftraining geef, vonden je tekst inspirerend. De cursus die ik geef is: creatief schrijven in biografische verkenningen. Je leest hier meer over de cursus: (https://www.nieuweveste.nl/index.php/cursus/category/spotlight/nieuw-in-cursusjaar-2020-2021/levensverhalen-schrijven_219103).

        Er zitten verschillende haakjes in verwerkt waarmee je mensen op ideeën brengt of laat associëren. Opdracht voor volgende week is dat de cursisten op een kruispunt op een stoel gaan zitten schrijven.

        Je tekst is een succes! Dank je wel dat ik je tekst mocht gebruiken.

  20. Zo heb ik ook wel eens gedacht om bij elk bankje bij ons in het dorp (er zijn er veel geplaatst door de gemeente, maar ook door buurtverenigingen e.d.) een tijdje te stoppen en bijvoorbeeld een kwartier lang alle indrukken op me in te laten werken. Misschien ga ik het toch nog eens proberen nu ik dit zo lees.

    1. Ik zeg: doen. En geef ook de verbeelding een kans. Dan wordt elk bankje een inspiratiebron voor een mooie tekst.

  21. Bij het kruispunt aan de Anjer- met de Zonnebloemlaan, daar komt wel eens een auto aan.
    En zie je er geen komen, dan zal er wel eens een gaan.
    Er zal geen Anjer groeien en geen zonnebloem zal er staan.
    Het is hooguit een kruisbestuiving van komen en gaan, daar aan de Zonnebloemlaan.

  22. Prachtig dat jij je muze tegenkwam om het kruispunt. Weet je wie ik laatst tegenkwam? Agnetha Fältskog, op de fiets in Waanzinnig Wagenberg! Ik moest uiteraard twee keer kijken want haar lange blonde haar zat verstopt onder een helm en ze had ook haar bühne-kleding niet aan. Ze had haar oortjes in en ik hoorde haar zachtjes ‘Waterloo’ zingen. Ik herkende haar stem uit duizenden. Ik was ook op de fiets en bleef een beetje in haar wiel hangen, genietend van dit unieke moment. Ik zag mensen omkijken, in verwarring, is dat..?
    Ineens hoor ik Agnetha zeggen: ‘I do I do I do? Nee nu even niet Björn. Ik zit op de fiets, dat is geen geschikt fietsnummer. En ik ben er ook niet voor in de stemming.’ Ze steekt haar rechterhand uit, kijkt achterom, geeft me een vette knipoog en slaat af.
    Beduusd fiets ik rechtdoor, terug naar Waanzinnig Wagenberg.

    1. Wow, en dat in Wagenberg. Dat is toch om helemaal bij weg te Drimmelen? Of vond Agnetha haar Waterloo in Waterberg? Aan de vette knipoog te oordelen viel dat wel mee, het gaat goed met Agnetha.

      Maar wat bijzonder, ineens fiets je dwars door een Abba-jeugdherinnering. Op zo’n moment heeft de waan toch zin?

  23. Het verhaal doet me denken als of je in een droomwereld was beland op het kruispunt Zonnebloemlaan en Anjerlaan. Heb je er wel echt gezeten? Ik laat ook mijn hond uit maar heb nog nooit een mw. met gitaar door de laan zien lopen en nog nooit een meneer op een stoeltje zien zitten op de hoek. Dromen zijn bedrog. Terwijl er wel spannende dingen gebeuren.

    1. Haha, ik heb ooit een masterclass gevolgd van mijn schrijversheld A.L. Snijders. Hij is inmiddels niet meer onder ons. Hij vertelde dat het goed is om uit je eigen leven te putten, maar dat het niet te anekdotisch moet worden. Het wordt volgens hem pas écht interessant als je er ook de verbeelding aan toevoegt.
      Martin Bril, een andere held van mij (ook niet meer onder ons), zei ooit dat overal over te schrijven is. Hij zou over elk kruispunt in Nederland wel een stukkie willen schrijven. Ook dat lukt niet zonder de verbeelding aan te spreken.

      Met die twee in gedachten heb ik Kruispunt geschreven: ik heb dus ook zeker de verbeelding in deze tekst toegelaten.

      En of ik er gezeten heb? Jazeker, kijk maar op de foto 😉…

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *