Filosofische kijk op David Bowie

Filosofische kijk op David Bowie
Foto: The Blowup (Unsplash)

Bandplooibroeken, puntschoenen, geblondeerd kapsel. Midden jaren tachtig was David Bowie mijn voorbeeld. Mijn ‘persona’, zou filosofe Marjan Slob zeggen. In haar boek De lege hemel geeft zij filosofische duiding aan de verschillende presentaties van David Bowie.

Deel dit blog

Rond 1970 verliepen maatschappelijke discussies langs de lijnen van ‘arbeiders’ en ‘kapitalisten’. Bowie was daar niet bijster in geïnteresseerd. Op de hoes van Man who sold the world poseert hij met lange krullen bevallig in een jurk. De rebel in zijn song Rebel Rebel bedingt geen hogere salarissen, eist geen wereldvrede. Wat hij wel doet: hij brengt zijn moeder in verwarring omdat zij niet weet of haar kind een jongen of een meisje is. Bowie verlegt het maatschappelijke debat van klasse naar gender.

Als 18-jarige zie ik Bowie in TopPop Rebel Rebel playbacken, met een rood kapsel, blokhakken en een lapje voor zijn linkeroog. Ik vind hem dan vooral een rare snuiter. Ik heb nog niet door dat hij met zijn Ziggy Stardust-personage de vrijheid opeist om te zijn wie hij wil zijn.

Met een masker of persona kun je een deel van jezelf tonen en andere delen verborgen houden, zegt Marjan Slob. Op Instagram laten we maar een deel van onszelf zien. Een persona. Belangrijk is, zegt de filosofe, dat je ook van het toneel af kunt. Dat je de coulissen in kunt, een kring van intimi hebt waar je geen rol hoeft te spelen, waar je jezelf kunt zijn. Een kleedkamer waar je even in de spiegel kunt kijken. Als je in de stralende, gefilterde en gestileerde Insta-versie van jezelf blijft hangen, vervreemd je van jezelf. Dan dreigt eenzaamheid.

Dat brengt Marjan Slob op David Bowie. Hij bepaalde zelf wanneer en met welk imago hij naar buiten trad. Slob: ‘Na Major Tom bedacht hij Ziggy Stardust. En dan doet Bowie iets magistraals: hij heft Ziggy op. Het personage dat hem zoveel roem had gebracht. In juli 1973 in het Hammersmith Odeon verklaart hij zijn alter ego publiekelijk dood. Wat een lef. En wat doet hij daarna? Hij creëert gewoon een nieuw imago. En nog een. En nog een. Van Aladin Sane tot Thin White Duke, tot de sophisticated zanger met zwierige haarlok en maatpak in de jaren tachtig.’

Bowie laat elke keer een andere kant van zijn persoonlijkheid zien, maar zorgt er ook voor dat hij de coulissen in kan. We krijgen nooit zijn ‘hele zelf’ te zien. Hij blijft ongrijpbaar. Mysterieus.

Bowie laat elke keer een andere kant van zijn persoonlijkheid zien, maar zorgt er ook voor dat hij de coulissen in kan. We krijgen nooit zijn ‘hele zelf’ te zien. Hij blijft ongrijpbaar. Mysterieus.

De ‘persona’ die Bowie in de jaren tachtig op het wereldtoneel zet, helpt mij keuzes te maken. Geïnspireerd door zijn muziek, kleding en kapsel creëer ik mijn eigen Ben-Bowie-persona. Zijn Serious Moonlight-concert in de Kuip is het eerste concert dat ik op zondag bezoek – ik moet daarvoor wel over een calvinistisch ‘dogma-drempeltje’. Zijn switch naar lompe schoenen met ronde neuzen en leren jack volg ik nog, daarna heb ik Bowie als rolmodel niet meer nodig. Ik heb mijn draai gevonden.

Nog steeds heb ik groot respect voor deze artiest, muzikant en kunstenaar. Al besef ik nu beter dan toen: Bowie is ‘onnavolgbaar’.

Ben Tekstschrijver

De vrijheid opeisen om je te presenteren zoals je dat zelf wil, maar ook de vrijheid nemen om voor jezelf te houden wat je voor jezelf wilt houden. David Bowie gaf het voorbeeld. Heb jij een voorbeeld, een inspiratiebron?

Deel dit blog

Reacties Geef een reactie

  1. Het mooie aan Bowie was ook dat hij zo vaak veranderde en tegelijkertijd gewoon Bowie bleef. En herkenbaar. Ook nog in trek bij de jongere garde waarschijnlijk vanwege dat ‘fluïde’ in zijn persoon en muziek. Bracht Bowie ook jouw moeder in verwarring Ben?

    1. In mijn jonge jaren identificeerde ik me vooral met ‘Rebel Rebel’, dat rebelse vond ik aantrekkelijk. Later ontdekte ik Bowie echt als inspirerend artiest en kunstenaar, maar toen was ik het huis al uit. Mijn moeder had daar allemaal geen weet van. Maar zeker, ze zou in verwarring zijn geweest, zoals mijn ouders ook in verwarring waren toen in 1963 Beatles-aanhangers in de Amsterdamse grachten sprongen.

  2. Lange tijd hoorde ik Bowie liever dan dat ik hem zag.
    Omdat ik zijn imago niet kon ‘plaatsen’ en vond hem ook vaak een rare snuiter.
    Maar zijn muziek was geweldig!
    Later, met zwierige haarlok en maatpak, kreeg ik meer ‘feeling’ met zijn uiterlijk.
    Bowie is tijdloos en past prima in dit nieuwe lhbti-tijdperk.

  3. Voorbeeld en inspiratiebron: Marieke Lucas Rijneveld.

    Om hoe hij zichzelf durft te zijn,
    zonder de strijd die dat kost te verdonkeremanen.

    Om wat hij zegt:

    Ze zeggen dat de veldslag is begonnen, dat anderhalve
    rus en een paardenkop dit wilden, terwijl wij toch weten dat
    vrede meer aanzien geeft dan geweld, dat alleen menslievendheid
    je een stoel in de geschiedenis geeft.

  4. Bowie heeft heel lang moeten ploeteren om door te breken. Hij werd toen als niet echt talentvol gezien. Maar met veel doorzettingsvermogen en geloof in eigen kunnen is hem dat toch gelukt. Het investeren in iets waar je in gelooft, is waar het volgens mij waar om gaat. De Griekse dichter Pindarus (en later Nietzsche) zeiden het al: Worden wie je bent.

  5. Hoi Ben, welke persona toon jij in je blog?
    Kwinkslag met een serieuze ondertoon.
    Elke puber heeft mensen of groepen nodig waarmee hij of zij zich kan identificeren.
    Het heeft ook te maken, voor mij althans, met afstand nemen van de stoffige persona’s waarmee je ouders zich identificeerden: Glenn Miller, Catharina Valente, of -dichter bij huis en godbewaarme- Annie de Reuver en de Selvera’s
    Totdat je -zoals jij het noemde- je eigen draai gevonden hebt, en daar slaagt de één meer en eerder in dan de ander.
    Ik was in mijn puberteit een relatief braaf meisje. Identificeerde me met: Cliff Richard, de Beatles, Adamo en Donovan.
    Mijn pendant was mijn vriendin. Voor haar was het: hoe ruiger, hoe liever: Rolling Stones, Moody Blues, Dylan, de Kinks. We ruzieden er altijd over. Ik met mijn romantische wereldbeeld (dromende dat Adamo mij in zijn armen sloot) en Ingrid met haar hang naar drank en drugs en ruige seks.
    Te bedenken dat ik de top 100 (of 50, of 10, of 500) van elk radiostation uit mijn hoofd kende en na elke avondmaaltijd naar mijn kouwe kamertje ging om te zwijmelen bij Joost den Draaier, steevast om 7 uur.
    Ach ja, dass war einmal. De eerste verliefdheden, het eerste vreselijke verdriet nadat een vriendje het had uitgemaakt en je liever dood wou, de eerst kater (na een halve fles cherry brandy), de eerste hijs aan een jointje. De wereld was één groot avontuur!
    Wanneer je de idolatrie en het gedweep ontgroeit? Bij mij ging dat langzamerhand. Eigenlijk jammer want je hebt dan al diverse desillusies achter de rug. Ik vind het altijd benijdenswaardig te merken dat sommige ouderen (ik noem ze oude nozems want vaak zijn het mannen) iets daarvan nooit zijn kwijtgeraakt. Ik benijd hun vervoering. Jij hoort bij die oude nozems, Ben, voor mij. Natuurlijk raak ook ik nog steeds in vervoering maar nu van Bach, Schuman en Rachmaninov. Ach ja, het gevoel is hetzelfde moet je maar denken

  6. Beste Ben, mooi stuk. Het gaat nog een stuk verder, want Bowie deed aan ‘self-fashioning’ en doorbrak dat weer: hij creëerde een persona van zichzelf, liet anderen daarin geloven, en ging daar zelf in geloven, hij vormde als het ware zichzelf van binnenuit én van buitenaf. En als je dat doorbreekt, zet je anderen én jezelf op een ander been. Fascinerend. Het gaat dus volgens mij om meer dan ‘persona’.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *