Meester van het zeer korte verhaal

A.L. Snijders (foto Bas Uterwijk Photography)
A.L. Snijders (foto Bas Uterwijk Photography)

Hoeveel kun je vertellen in een superklein verhaaltje? Veel. Zeer veel zelfs. Maar het is wel een vak apart. Daarvoor moet je bij een zkv’er zijn: een schrijver van het zeer korte verhaal. Een erkend meester in dit genre was A.L. Snijders.

Deel dit blog

Snijders – echte naam Peter Müller – maakte als columnist van de Amersfoortse Courant jaren geleden op mij al een onuitwisbare indruk. Hij nam voor mij de contouren aan van een bekende. Van een vriend die elke week een goed woordje voor je heeft.

In 2010 won Snijders de Constantijn Huygens-prijs voor zijn hele oeuvre. Gaandeweg ontwikkelde hij zich steeds meer als zkv’er. Het zeer korte verhaal is de kruimeldief van de literatuur, het zuigt in hoekjes waar de roman niet kan komen, zo lees ik ergens. Zijn eerste bundel met zkv’s is nu een collectors item en draagt de veelzeggende titel: Het is belangrijk dat ik niet aan lezers denk.

Bij een zeer kort verhaal moet elk woord op zijn plaats vallen. Waar Simon Carmiggelt en Martin Bril anderhalve pagina nodig hebben, kan Snijders het in één alinea. Ik neem hieronder een zkv – zelfs nog een beetje ingekort – over uit de bundel Wapenbroeders, onder het motto (ik citeer Snijders): ‘Ik houd van schrijven, maar overschrijven heeft mijn voorkeur.’

Wegkijken
Mijn vriend is geen wegkijker, want toen hij in een Amsterdamse tram zag dat een bekwame zakkenroller een oude dame ongemerkt van haar portemonnee beroofde, stond hij op en sommeerde de man de buit terug te geven. De dief weigerde, wat te doen? Deze vraag zou ik niet kunnen beantwoorden. Hij wel, hij gaf de dief een zeer harde klap en nam hem de portemonnee af. Toen de tram even later bij een halte stopte, duwde hij de man de tram uit, om complicaties te voorkomen. De portemonnee gaf hij terug aan de oude dame, iedereen in de tram keek hem met bewondering aan, hij stapte uit bij de volgende halte. Ik denk vaak aan deze gebeurtenis, als ik iets zie wat niet in orde is, maar ik grijp nooit in, want ik ben niet sterk genoeg om het recht op straat te handhaven. Ik zou wel een officiële rechter willen zijn, in een toga met zo’n witte bef. Rechtspreken in een zaaltje met centrale verwarming.

Het kordate optreden van zijn vriend is tekenend, maar nog duidelijker is de wat lafhartige houding van de schrijver zelf.

De mise-en-scène in de tram staat meteen op het netvlies, het kordate optreden van zijn vriend is tekenend, maar nog duidelijker is de wat lafhartige houding van de schrijver zelf. Hij kent zijn zwakheden, maar stelt zich hiertegen teweer met melancholie, zelfspot en humor. Onderwijl krijgen wij de vraag voorgeschoteld: hoe zouden wij reageren? En dat allemaal in één alinea.

Ben Tekstschrijver

Deel dit blog

Reacties Geef een reactie

  1. KAJ
    Het is 18 februari 2014, acht uur. De telefoon gaat. Wij liggen nog in bed. Wie belt er in vredesnaam zo vroeg? ‘Mam, je moet niet schrikken maar wij zijn vannacht bevallen’. Grote schrik, ons eerste kleinkind had nog bijna zeven weken te gaan. Dan de geruststelling: ‘Alles is goed hoor!’ Ontroering en blijdschap krijgen de overhand. En ik wil erheen, het is maar een uurtje rijden. Vooral wil ik zien, horen, voelen hoe mijn dochter het maakt. Haar vasthouden en koesteren. Het jongetje komt nog even op de tweede plaats. Maar zijn we al welkom? Het grote aftasten is begonnen. Hoe nabij mogen wij zijn, welke vragen kunnen we stellen? Behalve een kind is er ook een nieuw gezin geboren, met eigen mores en grenzen. Gelukkig zijn we welkom en enkele uren later staan we voor de couveuse. Sprakeloos kijken we naar dat mensje van ruim vier pond, o zo kwetsbaar nog. Gevoelens buitelen over elkaar heen. Woorden zijn overbodig, vragen dienen zich niet aan. Dit is geluk.

  2. KORTGEZEGD
    Vroeger, na bijna twee uur zitten op een houten plank, kwam je uit de kerk. En je moeder had nog zo, een beetje kortaf, gezegd: ‘Deze dominee houdt het meestal kort’. Maar geen dominee hield het kort. Dominees hadden de woorden ‘langdurig’, ‘langzaam’ en ‘langdradig’ uitgevonden. Sindsdien geloof ik niet meer……..in korte verhalen.

  3. Leuk! Ik vind die verhalenwedstrijd van zes woorden ook altijd stoer. Misschien een idee? Zoek bijvoorbeeld op six word story en je komt vanalles tegen.

  4. Het meest bekende korte verhaal dat ik ken, wordt toegeschreven aan Hemingway: ‘For sale: baby shoes, never worn.’

  5. Ook ik ben een liefhebber van de ‘short story’, een genre dat na de Tweede Wereldoorlog met name via de VS tot grote bloei komt. Maar het (zeer) korte verhaal bestaat natuurlijk al sinds de tijd van de mondelinge overlevering. Zo heeft ook Franz Kafka (Praag, 1883 – 1924) er een flink aantal geschreven en vooral in zijn korte verhalen komt zijn mysterieuze gedachtewereld tot uiting. Hier volgt er een in vertaling:

    Het was heel vroeg in de morgen, de straten schoon en leeg, ik ging naar het station. Toen ik een torenklok met mijn horloge vergeleek, zag ik, dat het al veel later was dan ik gedacht had, ik moest mij erg haasten; door de schrik over deze ontdekking was ik niet zeker meer van de weg, ik was in deze stad nog niet zo goed thuis. Gelukkig was er een agent in de buurt; ik liep naar hem toe en vroeg hem ademloos naar de weg. Hij glimlachte en zei: ‘Van mij wilt u de weg weten?’ ‘Ja,’ zei ik, ‘omdat ik hem niet zelf vinden kan.’ ‘Geef het op, geef het op,’ zei hij en keerde zich met een grote zwaai om, zoals mensen die met hun lachen alleen willen zijn.

    Briljant toch!

  6. Hier mijn zkv:

    Ik heb zes jaar bij de luchtmacht op de vliegbasis Twente gezeten. Mijn squadroncommandant werd 35 en we vierden dat met zo’n twintig man in een restaurant in Enschede. Wij zitten aan tafel en daar komt een Afrikaanse familie binnen. Zij konden zich niet verstaanbaar maken.De majoor staat op vertaalt het en vertelt tegen de eigenaar van het restaurant wat de wensen zijn van het Afrikaanse echtpaar. Wij waren stomverbaasd. De majoor legt uit dat hij Swahili heeft geleerd van een dienstmeisje, zijn vader was destijds in diplomatieke dienst. Vol bewondering keken wij naar onze majoor die vloeiend Swahili bleek te spreken. Dan komt een Japans echtpaar binnen, hetzelfde probleem, zij spreken alleen Japans. De majoor vertaalt ook probleemloos uit het Japans dat de biefstuk maar even aangebraden moest worden!
    Aan het eind van de avond, nadat wij de majoor uitgebreid gecomplimenteerd hebben met zijn talenkennis, komen de Afrikaan en de Japanner naar hem toe en bedanken hem uitgebreid in het Nederlands voor de heerlijke maaltijd die hun door de majoor was aangeboden.

    Gelachen dat wij hebben!

  7. Het is 2007. We maken een grote reis naar Bolivia, dochter Rachel van zeven jaar gaat mee. We krijgen veel tegenstand in de familie, maar toch gaan we, in vertrouwen dat God ons daar wil. In het Andesgebergte wordt Rachel ziek, heel ziek. Angst, hoop, geloof, gebed, gehoord, genezing, na 30 minuten speelt ze weer buiten, dankbaarheid, geloof versterkt, geloof in God, niet de kerk maar in onze Schepper, thuis in Nedeland ongeloof(elijk) maar waar. God heeft ons gebruikt, Bolivia een ongelofelijk verhaal.

  8. TOCH NIET OP VAKANTIE
    Vorige week werden ze 17, het was een gezellig feestje. De tweelingbroers en onze zonen, blond, slungelig en al heel wat. Komende week begint hun vakantie. Ik google wat voor een fantastisch huisje waar ze met hun vrienden naartoe kunnen. Ja, ze willen best wel, maar ze doen niets. Het gevonden huisje is onweerstaanbaar. Een overdekt terras met lounge-bank waar ze kunnen roken, een Chill-zone waar ze leeftijdsgenoten kunnen ontmoeten, het strand op 1 km afstand, een snackbar en afhaalrestaurant. ‘Hier kunnen jullie geen nee tegen zeggen, en ik breng jullie en betaal de reserveringskosten’, zeg ik erbij. Rust, denk ik. Doe mij maar even een midweek zonder pubers. ‘Leuk mam, maar volgende week gaan we toch maar carnaval vieren hier in de buurt.’
    Ik boek een weekendje weg voor mezelf, een hotel met wellnessfaciliteiten.

  9. Een mooi klein verhaal over een mooi klein verhaal! Het is als de Russische poppetjes, waarbij telkens het volgende zelfde mannetje verkleind verschijnt, een tekening van een spirograaf of voor wiskundigen een ‘Mandelbrot’.

    1. In Nederland ook wel het ‘het Droste-effect’ genoemd, het zichzelf herhalende plaatje-in-een-plaatje, naar de afbeelding op de verpakking van Droste-chocolade.

  10. Mooi verhaal!

    Bij het lezen van je titel dacht ik aan nog kortere verhalen. Dit is misschien niet helemaal wat je bedoelt, maar ik denk dat dit verhaal je ook een plaatje in je hoofd bezorgt, zeker met het voorjaar in aantocht:

    Heerlijk biertje buiten. Prachtig fenomeen rokjesdag!

  11. Hij is weer zeer to the point. Deze zkv is niet van mij maar heb ik ooit ergens gelezen en vond het fantastisch:

    ‘Zuster?’
    ‘Ja, Riekie?’
    ‘Wil je het licht uitdoen? Doet zeer amme ogen.’
    ‘Doe ik Riekie. Zo!’
    ‘Zuster?’
    ‘Riekie?’
    ‘Hoe ken dat nou, het is nog licht.’
    ‘Dat is de maan, Riekie.’
    ‘Doe ook maar uit….’

    En nog gefeliciflapsteerd met je 400ste lezer!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *