Droefgeestig

Schrijvers als Hans Dorrestijn en Levi Weemoedt (de naam alleen al) grossieren in droefgeestige teksten, zo droef dat het geestig wordt.

Deel dit blog

De toonzetting van het boekje de Afwezigheidsassistente van Marc van Biezen (2007) is ook droefgeestig, getuige alleen al de flaptekst:

In de gedichten in Afwezigheidsassistente is, net zoals in het echte leven, de dood alomtegenwoordig. Maar gelukkig is er af en toe ook ruimte voor ziekte, verval, vergankelijkheid, valse hoop en sombere seks. Hoe zwaar ook de behandelde thema’s en de geschetste situaties, de toon in deze bundel is immer licht. Al biedt Afwezigheidsassistente weinig hoop op een goede afloop van dit leven, de gedichten bieden wel een aangename afleiding van de afgrond waar wij allen op afstevenen.

En tot welke ‘lichte’ gedichten leidt dit dan? Bijvoorbeeld tot dit gedicht:

Bevestiging
U gaat snel dood
en wordt niet meer geopereerd,
ik hoop u hiermede
voldoende te hebben geïnformeerd.

Piet was – zo lees ik – een bleke student in Leiden die altijd zuchtend en weemoedig in de sociëteit zat, weinig of geen vrienden had en boven een doodgraver woonde.

Velen zien in Piet Paaltjens de grondlegger van de droefgeestige verzen waar Van Biezen, Dorrestijn en Weemoedt op voortborduren. Dit alterego van François Haversmidt brengt in 1867 de gedichtenbundel Snikken en grimlachjes uit. Piet was – zo lees ik – een bleke student in Leiden die altijd zuchtend en weemoedig in de sociëteit zat, weinig of geen vrienden had en boven een doodgraver woonde. Als hij zijn gedicht Hoor ik op Sempre een waldhoorn voordroeg, dan kon men de tranen van de studenten horen vallen. Meestal werd hij niet begrepen.

Hoor ik op Sempre een waldhoorn,
Of ook wel een Turksche trom,
Dan moet ik zoo bitter weenen;
En – ik weet zelf niet waarom.

‘Bitter weenen’ is dus van alle tijden. Dit besef kan troostvol zijn als in je vakantiehotel de kakkerlakken door je bed kruipen of je ligstoel bij het Turkse zwembad net door een Rus is ingenomen. Ook het lied Volgend jaar lach je d’r om van cabaretduo Sandifort en Klaassen kan helpen.

Mijn zusje amper zestien,
een vrolijke blonde meid,
liep elke dag haar kranten,
maar op een avond was ze kwijt.

Na zeven onrustige weken
werd zij gevonden, al in een sloot,
ze bleek veertien keer verkracht
en op een brute manier gedood.

En hoppa, door naar het refrein en inhaken maar:

Volgend jaar lach je d’r om,
achter de wolken schijnt de zon,
kijk toch vooruit, niet achterom,
lachen is gezond….

Ben Tekstschrijver

Deel dit blog

Reacties Geef een reactie

  1. Intrigerend thema! Maar ik kan je niet verder helpen, vrees ik. Ik laat vakantie-ellende graag aan me voorbij gaan en stel met genoegen vast dat mijn tweelingzoons van 17 voor het tweede opeenvolgende jaar met mijn vrouw op vakantie gaan naar warme oorden.

    Dat ik niet eens meer gevraagd wordt om hen te vergezellen, verontrust me niet echt.

    Geruststellend is wel dat mijn vrouw zich heeft aangemeld bij de beweging voor alleengaande ouders. Dan is ze overdag niet alleen als mijn zoons liggen uit te rusten van de nachtelijke uitspattingen. Gedeelde ellende is halve ellende?

  2. Allemachtig, Ben, gaat het wel goed….

    Ik ben aan het inpakken nu, daar doe ik altijd enkele dagen over opdat wij niets vergeten!
    Maar uh, ik heb toch ietwat andere lectuur klaar liggen hoor.
    Ik wens je een goede zomer toe. Kom heelhuids thuis, en als je het moeilijk hebt….stamp een prozakje door je koffie, dan zie je door alle ellende vast de zon wel weer ergens schijnen.

  3. De grootste ellende van op vakantie gaan is dat mensen vinden dat ze op vakantie moeten gaan. Dat ze er aan toe zijn. Helemaal aan toe zijn zelfs. Dat zonder hun vakantie het jaar niet compleet is. Wat zeg ik, hun leven niet compleet is. Dat ze gestresst raken. Ze missen iets. Ze moeten thuis blijven dit jaar. Kunnen niet op vakantie. Geld is op. Sparen voor een nieuwe auto of verbouwing. Ziekte in de familie en dus ‘mantelzorgen’. Tja, dat kan gebeuren.

    En dan komt het meest vervelende moment. In de buurt zijn de buren aan het pakken of als een dief in de nacht vertrokken naar zonnige oorden. Het wordt stil in de straat. Heel stil. Iedereen is weg. Behalve jij. Je wordt plotseling overvallen door een acute vorm van ernstig zelfmedelijden. Iedereen is op vakantie en jij bent hier met de familie alleen achtergebleven. Zo zielig, ernstig te beklagen. Als dat maar geen traumatische ervaring wordt, zo heel alleen in de straat.

    Na verloop van tijd de buren terug zien keren: enthousiast en bruin van top tot teen. Zo fijn gehad, zoveel leuke dingen beleefd. Iedereen ging dit jaar op vakantie en jij niet. Dat is toch een in en in trieste toestand, niet dan? Een mens heeft toch recht op vakantie, moet er zo af en toe even tussenuit……

    Gelul van een dronken aardbei, een uitspraak van een typetje van Koot en Bie. Wat is vakantie?

    Vakantie is vrij en gezond zijn, kunnen doen en laten wat je wilt, de fiets pakken en de Veluwe op, dagje naar het strand, ’s avonds een voetbalwedstrijdje in de buurt bekijken, een pilsje op het terras, lekker uit eten. Maar………de hele buurt is op vakantie, behalve wij. Nou, lekker belangrijk. Heerlijk rustig als de hele buurt pikpoten is.

    Bekijk het eens van een andere kant. Prima dat mensen op vakantie gaan. Doen! Maar als je niet op vakantie gaat, je alsjeblieft wel gewoon blijven gedragen en niet net doen alsof jou en je naasten het grootste onrecht van de wereld wordt aangedaan. De ziekenhuizen liggen vol met mensen die niet op vakantie kunnen……

    Ik moest denken aan Bono van U2 die onlangs tijdens een concert met een tussenpauze van enkele seconden in zijn handen ging staan klappen. Toen hij dat een poosje gedaan had en het publiek inmiddels meeklapte, kwam hij met de verklaring: bij iedere klap sterft er een kind in Afrika………

    Prettige vrije dagen, vakantie of niet.

  4. VAKANTIESMART

    Tja, vakantie is zo ongeveer de meest stressvolle periode van het jaar. Vooral de dagen ervoor, als je je werkzaamheden moet afronden, je koffer moet pakken en je zoekgeraakte paspoort moet opsnorren. Rij je eindelijk sjagrijnig weg, wurmt zich honderd meter verder een glasscherf in je voorband (zoals ons ooit overkomen is).

    Wat mij betreft is het dit jaar de Costa Buitenhuizer – lekker niet-weg-ga. Ontspannen op het erf wroeten in de aarde, waar je ook allerhande ongedierte tegenkomt. Toch wat anders dan dat je ze in je bed aantreft (afgezien van de mijten en de wantsen).

    Overigens was het grafschrift van die andere vaderlandsche dichter (Hubert Corneliszoon Poot) ook niet van kille somberheid gespeend. Wel to the point trouwens. Zijn vriend De Schoolmeester dichtte zijn grafschrift. Nu ja…dichten?

    ‘Hier ligt Poot. Hij is dood.’

    Rijmen doet het wel. Een gezellig stel, kortom…

  5. TREURNIS ALOM…

    Het is dat je zelf af en toe een vrolijke wending aan deze diepe treurnis geeft, anders wat het je toch (bijna) gelukt mij met een diepe depressie naar het zonnige zuiden te sturen.

    Ook ik ben natuurlijk in mijn geheugen gaan graven. Nog een paar leuke nationale lachebekjes:

    Henk Spaan

    Treurig liep hij,
    door het woud,
    hier was iedereen
    van hout.

    Jules Deelder
    Geen geld
    Geen vuur
    Geen speed

    Geen krant
    Geen wonder
    Geen weed

    Geen brood
    Geen tijd
    Geen weet

    Geen klote
    Geen donder
    Geen reet

    En om het af te leren, vooruit, nog eenmaal Spaan:

    Eenzaam aan de lange bar zat
    hij somber zat te wezen
    in het triest besef:
    met een oude kruisprothese is
    het stroef en roestig kezen.

    Keep up the good work, en een vrolijke vakantie.

  6. Wat een heerlijk begin van mijn werkdag. Dat gedichtje. Ik heb er thuis ook zo eentje liggen, over de zekerheden in het leven! Krijg je van mij.

    Jammer voor jou maar ik ben al op vakantie geweest. Verhalen zat! Heb in Italië in een driesterrenrestaurant gegeten. Doe je maar eens in je leven, wij aardlingen. Het bedrag alleen dat we aan water bij de maaltijd kwijt waren, waren we de volgende dag kwijt (met zijn zessen) aan pizza, 2 liter wijn, toetje en koffie en likeur. Ach verhalen zat.

    Deze is ook mooi:

    Eén troost houden we allemaal,
    daar is altijd nog onderdak:
    de gevangenis, ’t hospitaal,
    de kerk en de lijkenbarak.

  7. In een grijs verleden, toen wij nog in een tent kampeerden, brachten we een vakantie door aan het meer van Annecy in Frankrijk. Prachtige omgeving en direct aan de Alpenrand voor mooie wandeltochten.

    Echter op een kwade dag verlies ik mijn horloge en wordt de huishoudportemonnee uit de tent gestolen. Op één dag! Jammer maar gelukkig hebben we een reisverzekering. Daarvoor moet je wel een bewijs bij de gendarmerie halen. Even de goede zin in het woordenboek opzoeken: On a volé mon porte-monnaie et j’ai perdu ma montre!

    Op naar de gendarmeriepost. Helaas twee uur wachten want de heren zijn aan het dineren. Ten slotte ontvangen door een klein driftig agentje van het type Louis de Funès. Bij het horen van mijn klacht raakt hij in alle staten en ik word net nog niet in de boeien geslagen. Daar heb je weer zo’n Hollander die de verzekering wil tillen. Twee aangiftes in één keer, dat gaat er bij een Franse gendarm echt niet in. Het boosaardig en totaal onverstaanbaar geratel als van een mitrailleur vindt geen einde, maar ik houd dapper stand want ik heb niet voor niets een reisverzekering.

    Ten slotte blijkt er op het bureau een agent uit de Elzas te zijn en die spreekt waarachtig vloeiend Duits. Ik klamp me aan hem vast als aan een reddingsboei en in alle rust regelt de man voor mij de benodigde papieren, wantrouwend gadegeslagen door Louis de Funès. Helaas keert de verzekering slechts een zeer gering bedrag uit, want een aankoopbewijs van het horloge had ik natuurlijk niet meer en ik kon ook niet aantonen hoeveel geld er in de portemonnee zat. Heel veel moeite voor niks, maar de Elzas kan voor mij niet meer stuk.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *